isoleren en energie besparen
Birgit en ik houden kantoor in de Thiemeloods in Bottendaal (www.thiemeloods.nl). Vroeger was dit de loods waar de voorraad van drukkerij Thieme lag opgeslagen. Nu is het een geweldige plek die bekend staat om z’n mooie culturele agenda vol theater, live muziek, storytelling, vinylmarkten, pub & pop quizzen, dansavonden en wijnbar (Lenkenswijn). We boffen dus dat we dit onze thuisbasis mogen noemen!
De persoon die ons op de Thiemeloods heeft geattendeerd is Jan van de Veerdonk. Naast een hele aimabele kerel is hij ook nog eens aannemer met meer dan 40 jaar ervaring in het verduurzamen van huizen. En laat hij nou ook z’n kantoor hebben in… de Thiemeloods. 🙂
Zijn kennis en ervaring absorberen wij als een spons en nee, die houden we niet alleen voor onszelf. We delen die juist graag met jou. Lees hieronder dus verder als je plannen wilt maken voor het verduurzamen van jouw eigen huis. Je steekt er zeker wat van op!
En mocht je nog een goede aannemer zoeken die, wat verduurzaming betreft, met een reële blik naar jouw huis kijkt? Dan kunnen wij Jan van harte aanbevelen. Bekijk zijn site maar eens op www.veerdonkbouw.nl.
Terug in de tijd…
Al in 1972 waarschuwde De Club Van Rome voor “de grenzen aan de groei” en de opgave van drie transities:
- klimaatopgave: groei is een risico voor het klimaat/uitputting van de aarde en zijn natuurlijke bronnen
- energietransitie: van het aardgas af. Denk alleen al aan Groningen en aan het einde van fossiele brandstoffen dat in zicht is
- circulaire economie: het gebruik van natuurlijke materialen en her- en vernieuwbaar gebruik van zaken waardoor je minder afval produceert
Al met al niks nieuws dus, maar nu moeten we wel betalen voor de welvaart en de ongebreidelde groei van de afgelopen decennia.
Waar begin ik?
Verduurzaming is een must en alleen daarom al een onderwerp waar veel, heel veel over wordt geschreven. Zoveel zelfs dat je misschien denkt: waar moet ik zelf mee beginnen, wat is voor mijn huis belangrijk en tot hoe ver moet (en wil) ik gaan?
Dat is nou precies de reden waarom wij je graag op weg willen helpen. Door niet alleen te benoemen wat kan, maar juist vooral ook wat handig is om te doen en waar je ook snel resultaat mee boekt. Zo krijg je zelf grip en houd je grip op het isolatieproces en jouw eigen energiebesparing. Dit is voor iedereen, en dus ook voor ieder huis, tenslotte anders.
In 2050…
… moeten alle gebouwen en panden voor bedrijvigheid en bewoning van het aardgas zijn. Dit houdt in dat we nog maar weinig tijd hebben voor de zes miljoen gebouwen die er in Nederland staan. Dit betekent dat er duizend panden per dag verduurzaamd moeten worden…
Voor de bouwwereld is het onmogelijk om aan deze vraag te voldoen. Ieder gebouw of woonhuis heeft een gebruiker/eigenaar. Die moet dus zelf koers gaan bepalen en er zelf mee aan de gang gaan. Door onze artikelen kan jij als huiseigenaar straks beter beoordelen of de aangedragen oplossingen voor jouw huis de juiste zijn.
De vragen…
De beste vragen die je kan stellen zijn:
- wat heeft mijn huis nodig
- wat zijn de zwakke plekken
- wat vind ik zelf nodig (bijvoorbeeld comfortverbetering)
- wat is me dat waard (qua energie en geld in combinatie met externe financieringen, subsidies en eventueel zelfwerkzaamheid).
Het uitgangspunt is: van het gas af. De focus ligt dus op het energieverbruik voor het
verwarmen van het huis, het koken en het warmwatertoestel. Het is een complexe combinatie
van isoleren, installatietechniek, minder energie verbruiken en rendementsverbetering van
de c.v. installatie.
Een eenvoudige tip is om de ruimtes die je niet gebruikt ook niet te verwarmen en dus ook niet te isoleren. Bepaal zelf dus welke ruimte je wel en welke ruimte je eventueel niet wil doen. Of bepaal dat je alles wil doen als jouw budget dat toelaat. Een simpel voorbeeld: als je ’s nachts altijd met het raam in jouw slaapkamer open slaapt. Dan heeft isoleren niet veel zin. 😉
Compartimenteren en keuzes maken, daar komt het dus op neer. Dit brengt ons bij de kern van onze artikelen: basis bouwfysica, bouwtechniek en materiaalgebruik met elementaire kennis over ventileren en verwarmen. Voor ieder huis en iedere bewoner gelden andere waarden wat betreft:
- tocht
- koude oppervlakken
- de lucht binnen die koud is
Er zijn drie mogelijkheden van verwarmen:
- stralingswarmte: met een warmtebron, een warm oppervlak of met infra rood
- convectiewarmte: luchtverwarming (dit werkt snel en kan nog meer versneld worden door gericht gebruik van een ventilator)
- geleidingswarmte: kruik, stoof of elektrisch verwarmde kleding of oppervlak.
De uitgangspunten bij isoleren:
- komt er vochtige lucht op een koud oppervlak, dan krijg je condens
- vochtvariabele damp-remmende folies: damp-dicht naar buiten / damp-open naar binnen
- het beste voor het binnenklimaat is dampopen en luchtdicht bouwen
- minimale waarde volgens bouwbesluit 1-1-21 : wand 4,7 – vloer 3,7 en dak 6,3 m2 K/W
- het combineren van het oude en het nieuwe duurzaam
Over de verschillende waardes…
Wanneer je je gaat verdiepen in het grote aanbod aan isolatiematerialen voor bijvoorbeeld het dak, dan word je al snel geconfronteerd met technische informatie en onbegrijpelijk vakjargon. Zo kom je termen als lambdawaarde, R-waarde en U-waarde tegen. Maar wat betekenen deze begrippen nu eigenlijk?
1. Lambdawaarde
Een van de belangrijkste isolatiewaardes is de lambdawaarde. Deze waarde geeft, kort gezegd, aan hoeveel warmte een bepaald product geleidt. Belangrijk om te weten is: hoe lager de lambdawaarde van een isolatiemateriaal, des te minder warmte gaat er verloren. De lambdawaarde (symbool: λ) wordt uitgedrukt in W/mK. Glaswol heeft bijvoorbeeld een lambdawaarde van 0.032 – 0.040 W/mK. Hier worden twee uiterste waardes benoemd omdat glaswol in meerdere kwaliteiten leverbaar is. Verder speelt ook vocht een rol, een vochtig isolatiemateriaal isoleert minder goed dan droog isolatiemateriaal. Soms vermeldt men daarom zowel de droge als de natte lambdawaarde.
2. R-waarde (Rd-waarde)
De R-waarde, ook Rd-waarde genoemd, geeft aan hoe goed een isolatiemateriaal van een bepaalde dikte thermisch isoleert. Hoe hoger deze waarde, hoe beter is de thermische isolatie. De R-waarde wordt berekend door de dikte van het isolatiemateriaal (in meters) te delen door de lambdawaarde. De R-waarde is belangrijk omdat je ermee kunt uitrekenen hoe dik je een bepaald isolatiemateriaal moet aanbrengen. Stel dat je bijvoorbeeld het dak wil isoleren met schapenwol (lambdawaarde 0.035 W/mK) van 10 centimeter dik, dan levert dit een R-waarde op van 0.10 (meter) / 0.035 = 2.86 m²K/W. De R-waarde is, onder andere, belangrijk voor het verkrijgen van subsidies voor dakisolatie.
3. Rc-waarde
Waar de R-waarde iets zegt over de isolatiewaarde van een materiaal bij een bepaalde dikte, geeft de Rc-waarde weer wat de de totale isolatiewaarde van een bepaald constructiedeel is (c = constructie). Het wordt berekend door de totale warmteweerstand van het isolatiemateriaal op te tellen bij de warmteweerstand van de constructiematerialen (hout, metaal, steen enz.). Een hogere Rc-waarde betekent een betere thermische isolatie. In moderne huizen ligt de Rc waarde van daken veelal tussen de 4 en 6 m²K/W. Voor passiefhuizen gelden Rc-waardes van 6 tot 10 m²K/W. Bij oudere woningen zul je aanzienlijk lagere Rc-waarden tegenkomen omdat de eisen aan dakisolatie vroeger minder streng waren. Een Rc van 2.5 m²K/W is een bepaalde tijd het minimum geweest.
4. U-waarde dakisolatie
Bij de U-waarde gaat het niet alleen om het soort isolatiemateriaal dat gebruikt is, maar ook om het type materiaal waarvan een bepaald constructiedeel gemaakt is. Uit de U-waarde (warmtedoorgangscoëfficiënt) kun je afleiden hoeveel warmte een bepaald bouwdeel, bijvoorbeeld een dak, doorlaat. Hoe lager de U-waarde, hoe beter de thermische isolatie. In de EPB-eisen staat dat de maximaal toelaatbare U-waarde voor daken en plafonds 0.3 W/m²K mag bedragen. Afhankelijk van de dakconstructie zul je dan al gauw zo’n 14 cm dakisolatie moeten toepassen (lambdawaarde 0.04 W/mK) om aan de eisen te kunnen voldoen. Het is aan te raden om wat dikker te isoleren omdat je dan meer energie kunt besparen.
5. K-waarde
Aan de K-waarde valt af te lezen wat de globale isolatiewaarde van een gebouw is. Hoe lager de K-waarde, hoe minder warmte er kan ontsnappen en hoe beter de woning is geïsoleerd. Men berekent de K-waarde van een gebouw door de verschillende U-waardes bij elkaar op te tellen en daarbij ook te letten op de vorm van het gebouw. Een open bebouwing zal immers tot grotere warmteverliezen leiden dan een appartement of studio. Nieuwbouwwoningen mogen volgens de EPB-wetgeving niet hoger scoren dan K40. Voor passiefhuizen geldt dat de K-waarde tussen 10 en 20 moet liggen. De K-waarde moet niet verward worden met de energiescore op het energieprestatiecertificaat (EPC). Ze houden wel verband met elkaar maar verwijzen naar iets anders. Zo verwijst de energiescore naar het energieverbruik dat je kunt verwachten in een bepaalde woning. Het K-peil geeft voornamelijk een indicatie van de totale isolatie van de gebouwschil.
Tot zover ons 1ste artikel over verduurzaming. Ben je benieuwd naar het vervolg? Lees dan vooral verder in het 2e artikel. Dat gaat immers over hoe je snel resultaat kan behalen in jouw eigen huis.
Groet!
Birgit en Maurice